Waarom ik deze website ben begonnen

Al een aantal jaren volg ik de ontwikkelingen met betrekking tot het klimaat. 
Al veel langer volg ik de ontwikkelingen wat betreft onze aarde, de biodiversiteit, milieu en ga zo maar door. Het was in mijn tienerjaren toen ik voor het eerst de zorgelijke ontwikkelingen vernam rond de uitsterving van de kikkertjes in de sloten door het gebruik van gifstoffen, pesticiden, die veel in de bloembollensector werden gebruikt. Zo ook hoorde ik toen voor het eerst van het gat in de ozonlaag ten gevolge van de drijfgassen uit spuitbussen en koelkasten. Gelukkig hebben beide ontwikkelingen een kentering gekend. De kikkers zijn door het ingrijpen op onkruidverdelgers weer teruggekeerd in onze sloten, maar helaas worden er nog veel te veel insecticiden gebruikt en zijn nu andere bewoners uit de biosfeer het klosje, en overigens niet weinig ook. In de periode vanaf de jaren '60 is zo'n beetje 60% van de insectenpopulatie afgenomen. De ozonlaag is deels hersteld door ingrijpen op het gebruik van drijfgassen. 
In 1972 verscheen het Rapport van de Club van Rome: “The Limits to growth: a global challenge” ofwel grenzen aan de groei. Ik was toen 12 jaar. In het rapport werd ons verzekerd dat een almaar uitdijende wereldpopulatie niet houdbaar zou zijn gezien de middelen die dat zou vereisen om alle mensen te kunnen voeden, herbergen, warm te houden en zo verder. De wereldpopulatie is inmiddels alleen maar toegenomen en daarnaast ook de behoeften van mensen aan welvaart en almaar toenemende groei. Er lijken geen grenzen te zijn aan onze behoefte tot expansie: Logischerwijs hebben mensen uit ontwikkelingslanden behoefte aan een inhaalslag, en dat heeft zijn prijs. Maar in onze Westerse Werelddeel lijken we sterk Rupsje-Nooit-Genoeg: Nooit is er een grens aan onze behoefte tot consumeren en we gaan er vanuit dat een stilstand van economische groei eenvoudigweg niet kan. De keerzijde kennen we inmiddels. In onze drang al maar uit te breiden, meer te consumeren en te groeien, lopen we onszelf voorbij. We gebruiken meer van de aardse reserves dan mogelijk is. We plunderen onze voorraadschuur en daarnaast doen we dat ook nog op een onvoorstelbaar slordige en onverantwoorde wijze. We vervuilen de aarde en met ons onverantwoord omgaan met de grondstoffen van deze aarde... nou ja, u snapt het al... zijn we de grootste bedreiging voor onze mede-aardebewoners en onszelf geworden. 
Vandaar dat ik tijdens de klimaattop van Parijs, de COP 21, mijn ongenoegen heb laten blijken bij de Klimaatparade in Amsterdam dat jaar in 2015. En sindsdien heeft het mij niet meer losgelaten. Ik ging me er meer in verdiepen en de situatie was ernstiger dan ik dacht. Zo ernstig, dat ik nu niet anders kan denken dan dat we radicaal het roer om zullen moeten gooien. 
We zullen alle vervuilende industrieën moeten gaan mijden en moeten omvormen naar industrieën die niet draaien op fossiele brandstoffen en geen (giftig) afval voortbrengen als hoofd-, bij- of restproduct. We zullen ook zelf onze levenswijze moeten wijzigen en idem dito moeten afzien van fossiele brandstoffen en ons moeten distantiëren van (giftige) afvalstromen. En daarnaast denk ik dat we andere waarden in ons leven voorop zullen moeten stellen boven geld. Zoals nu werkelijk alles ondergeschikt gemaakt is aan het geld, zullen immateriële waarden en de natuur met alles wat tot die natuur behoort, vooropgesteld moeten worden willen we overleven. Ik denk dat we alleen zo weer vrede kunnen sluiten met de natuur, de aarde en dat we alleen zo een natuurlijke balans kunnen terugwinnen waarop ons voortbestaan mogelijk is. Zoals dat nu geregeld is, zeker niet. 

Maar wat heeft het Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn hier nu mee te maken?

Omdat ik een achtergrond in de gezondheidszorg heb, is mijn pensioenfonds automatisch en vanzelfsprekend het PFZW. De ambivalentie die spreekt uit het feit dat een pensioenfonds als het PFZW haar investeringen doet in een tak van industrie die fossiele brandstoffen gebruikt, verhandeld of produceert en daarbij bijdraagt aan de toename van CO2 in onze atmosfeer, alsmede aan fijnstof, stuit mij ernstig tegen de borst. Temeer omdat ik oud gezondheidswerker ben en dat dat haaks staat op mijn levenshouding en gezondheidsbevorderend handelen.Daar komt bij dat PFZW in deze een dubbele moraal hanteert aangezien zij niet in wapenhandel en de handel in tabak investeert of in ondernemingen die de mensenrechten schenden. 
Ik kan mij momenteel echter, na de wapenhandel en de tabaksindustrie, geen enkele industrie voorstellen die op grotere schaal de mensenrechten tarten en overschrijden dan de industrieën die fossiele brandstoffen produceren, hetzij olie, hetzij kolen of gas. Door hierin te investeren is PFZW indirect verantwoordelijk voor de toename van de CO2 in onze atmosfeer en de daarmee gepaard gaande klimaatverandering. Zij doet er dan ook goed aan haar inversteringen om te buigen naar duurzaam, schoon en milieubewust op een manier die klimaatverandering tegengaat.

Uw webmaster.
___________________________

Reactie schrijven

Commentaren: 0