Tabel 3: Een lagere pensioenopbrengst van hoeveel procent is voor u acceptabel?
(Deze vraag is alleen gesteld aan pensioendeelnemers die het acceptabel vinden dat hun pensioen lager uitvalt door het uitsluiten van bepaalde beleggingsdoelen)
Grafiek 13: Een lagere pensioenopbrengst van hoeveel procent is voor u acceptabel? (% gemiddeld)6 (Deze vraag is alleen
gesteld aan pensioendeelnemers die het acceptabel vinden dat hun pensioen lager uitvalt door het uitsluiten van bepaalde
beleggingsdoelen)
Aan de werkende pensioendeelnemers is gevraagd of zij bereid zijn een hogere pensioenpremie te betalen om eventueel lagere
opbrengsten uit duurzame investeringen te compenseren. Van de werkenden is 17% zeker bereid om een hogere
pensioenpremie te betalen (Grafiek 14). De grootste groep (bijna 50%) is hier misschien toe bereid. Ruim 2 op de 10
deelnemers geven aan hiertoe niet bereid te zijn. Degenen die bereid zijn meer premie te betalen, willen gemiddeld
bijna 7% meer premie betalen. De bereidheid om een hogere pensioenpremie te betalen hangt voor een
deel samen met politieke voorkeur en leeftijd. D66-kiezers (90% bereid) zijn het vaakst bereid om extra premie te betalen, terwijl PVV-kiezers (39%) hier het minst toe geneigd zijn
(Grafiek 15). Werkenden tussen de 60 en 64 jaar zijn het meest bereid om een hogere pensioenpremie te betalen (Grafiek 16). Dit is niet geheel verwonderlijk, gelet op het geringe aantal jaren
dat zij nog premie (moeten) betalen.
___________________________________________________________________
6) Partijen met minder dan 30 waarnemingen (vanwege routing) zijn niet weergegeven in deze grafiek.
Grafiek 14: Bent u bereid om een iets hogere pensioenpremie te betalen om eventueel lagere opbrengsten uit duurzame investeringen te compenseren? (%)
Willen deelnemers een stem hebben in het beleggingsbeleid van hun pensioenfonds? Er is een kleine groep (7%) die ‘zeker’ wil
meebepalen waar het pensioenfonds in belegt. Samen met de groep ‘eigenlijk wel’ (46%) is er een kleine meerderheid van
deelnemers (53%) die in meer of mindere matewil meebeslissen (Grafiek 17). Voor ongeveer 1 op de 6 deelnemers maakt het niet uit of ze kunnen meebepalen waar hun pensioenfonds in belegt. Dit percentage vonden we ook terug bij de vraag of er via internet informatie moet worden verstrekt over duurzaam beleggen (zie paragraaf 1.3).
Grafiek 17: Wilt u als pensioendeelnemer meebepalen waar uw pensioenfonds in belegt? (%)
Medezeggenschap kan op verschillende manieren vorm krijgen. De voorkeur van de meeste deelnemers (62%) gaat uit naar een
jaarlijkse enquête (Grafiek 18). Een kleinere groep van 22% wenst via continue online enquêtes op de hoogte te worden
gehouden. Een jaarlijkse
deelnemersvergadering met stemmingen wordt minder vaak genoemd (9%). Als ‘andere opties’ worden door deelnemers genoemd:
vertegenwoordiging via vakbonden of de deelnemersraad, ofindividuele keuze uit beleggingsprofielen.
Grafiek 18: Op welke manier zou u als pensioendeelnemer mee willen bepalen waar uw pensioenfonds in belegt?
(%) (alleen deelnemers die ‘zeker wel’ of ‘eigenlijk wel’ willen meebeslissen)