3.3 Medezeggenschap en participatie


Grafiek 12: Vindt u het wel of niet acceptabel dat uw pensioen lager uitvalt door het uitsluiten van bepaalde bedrijven. (Deze vraag is alleen gesteld aan pensioendeelnemers die hoe dan ook niet willen beleggen in niet- ethische of niet-duurzame beleggingsdoelen) 

Tabel 3: Een lagere pensioenopbrengst van hoeveel procent is voor u acceptabel? 
(Deze vraag is alleen gesteld aan pensioendeelnemers die het acceptabel vinden dat hun pensioen lager  uitvalt door het uitsluiten van bepaalde beleggingsdoelen) 
Gemiddeld zijn PvdA-kiezers het meest bereid om in te leveren: zij nemen genoegen met bijna 14% lagere opbrengst (Grafiek 13). Aan de andere kant vinden we kiezers van de PVV (8%) en GroenLinks (9%). Hierbij moet wel aangetekend worden dat deze vraag alleen is beantwoord door degenen die het acceptabel vinden dat hun pensioen lager uitvalt.


Grafiek 13: Een lagere pensioenopbrengst van hoeveel procent is voor u acceptabel? (% gemiddeld)6 (Deze vraag is alleen gesteld aan pensioendeelnemers die het acceptabel vinden dat hun pensioen lager uitvalt door het uitsluiten van bepaalde beleggingsdoelen) 


Aan de werkende pensioendeelnemers is gevraagd of zij bereid zijn een hogere pensioenpremie te betalen om eventueel lagere opbrengsten uit duurzame investeringen te compenseren. Van de werkenden is 17% zeker bereid om een hogere pensioenpremie te betalen (Grafiek 14). De grootste groep (bijna 50%) is hier misschien toe bereid. Ruim 2 op de 10 deelnemers geven aan hiertoe niet bereid te zijn. Degenen die bereid zijn meer premie te betalen, willen gemiddeld bijna 7% meer premie betalen. De bereidheid om een hogere pensioenpremie te betalen hangt voor een deel samen met politieke voorkeur en leeftijd.  D66-kiezers (90% bereid) zijn het vaakst bereid om extra premie te betalen, terwijl PVV-kiezers (39%) hier het minst toe geneigd zijn (Grafiek 15). Werkenden tussen de 60 en 64 jaar zijn het meest bereid om een hogere pensioenpremie te betalen (Grafiek 16). Dit is niet geheel verwonderlijk, gelet op het geringe aantal jaren dat zij nog premie (moeten) betalen. 

___________________________________________________________________ 
6) Partijen met minder dan 30 waarnemingen (vanwege routing) zijn niet weergegeven in deze grafiek. 


Grafiek 14: Bent u bereid om een iets hogere pensioenpremie te betalen om eventueel lagere opbrengsten uit duurzame investeringen te compenseren? (%) 



Grafiek 15: Bent u bereid om een iets hogere pensioenpremie te betalen om eventueel lagere opbrengsten uit duurzame investeringen te compenseren? (%, naar politieke voorkeur) 7)

Grafiek 16: Bent u bereid om een iets hogere pensioenpremie te betalen om eventueel lagere opbrengsten uit duurzame investeringen te compenseren? (%, naar leeftijd) 

Willen deelnemers een stem hebben in het beleggingsbeleid van hun pensioenfonds? Er is een kleine groep (7%) die ‘zeker’ wil meebepalen waar het pensioenfonds in belegt. Samen met de groep ‘eigenlijk wel’ (46%) is er een kleine meerderheid van deelnemers (53%) die in meer of mindere matewil meebeslissen (Grafiek 17). Voor ongeveer 1 op de 6 deelnemers maakt het niet uit of ze kunnen meebepalen waar hun pensioenfonds in belegt. Dit percentage vonden we ook terug bij de vraag of er via internet informatie moet worden verstrekt over duurzaam beleggen (zie paragraaf 1.3). 
 
Grafiek 17: Wilt u als pensioendeelnemer meebepalen waar uw pensioenfonds in belegt? (%) 

Medezeggenschap kan op verschillende manieren vorm krijgen. De voorkeur van de meeste deelnemers (62%) gaat uit naar een jaarlijkse enquête (Grafiek 18). Een kleinere groep van 22% wenst via continue online enquêtes op de hoogte te worden gehouden. Een jaarlijkse 
deelnemersvergadering met stemmingen wordt minder vaak genoemd (9%). Als ‘andere opties’ worden door deelnemers genoemd: vertegenwoordiging via vakbonden of de deelnemersraad, ofindividuele keuze uit beleggingsprofielen. 
 
 
Grafiek 18: Op welke manier zou u als pensioendeelnemer mee willen bepalen waar uw pensioenfonds in belegt? (%) (alleen deelnemers die ‘zeker wel’ of ‘eigenlijk wel’ willen meebeslissen)