In hoofdstuk 5 van dit verslag worden indicatoren van publieke en politieke betrokkenheid gepresenteerd, die van cruciaal belang zijn voor transnationale actie op het gebied van klimaatverandering. 
De belemmeringen voor actie op het gebied van gezondheid en klimaatverandering zijn overwegend maatschappelijk en niet technisch van aard, waarbij de publieke en politieke betrokkenheid de sleutel is om het tempo en de omvang van de actie te versnellen. [1] Uit deze analyse van de betrokkenheid in de media, de wetenschap, de VN en het bedrijfsleven kunnen drie conclusies worden getrokken.
Ten eerste is de betrokkenheid bij gezondheid en klimaatverandering in de media, de wetenschap en de UNGD de afgelopen tien jaar toegenomen. De opwaartse trend onderstreept de rol van de VN, met name via het UNFCCC en zijn COP's, bij het mobiliseren van betrokkenheid. Zo werden bijvoorbeeld pieken in de indicatoren rond COP15 (2009) en COP21 (2015) waargenomen. In de jaren daarna is er een afname van de betrokkenheid. Uitzondering op dit brede patroon is het bedrijfsleven, waarin voor bedrijven binnen de UNGC weinig verandering in de betrokkenheid bij gezondheid en klimaatverandering is waar te nemen.
Ten tweede, hoewel de totale betrokkenheid de afgelopen tien jaar is toegenomen, blijft de betrokkenheid gedeeltelijk en ongelijk. In plaats van een proces van wereldwijde mobilisatie, wordt de opwaartse trend bepaald door individuele regio's en landen. De toename van de wereldwijde media-aandacht is het gevolg van de toegenomen aandacht in kranten in Zuidoost-Azië en met name in de Indiase pers. Wat het politieke engagement betreft, maken de kleine insulaire ontwikkelingslanden gebruik van het mondiale platform van de UNGD om de aandacht te vestigen op de gevolgen van de klimaatverandering voor de gezondheid. Binnen het wetenschappelijke domein zijn de algemene trends opnieuw een weerspiegeling van ongelijke betrokkenheid. Op dit gebied is de betrokkenheid echter toegenomen door onderzoek gericht op gezondheid en klimaatverandering in landen met een hoog inkomen en hoge uitstoot. Daarentegen richten zeer weinig studies zich op Afrika en Zuidoost-Azië, regio's die het meest te lijden hebben onder de gevolgen van de klimaatverandering voor de gezondheid.
Ten derde, hoewel de betrokkenheid bij gezondheid en klimaatverandering het afgelopen jaar is toegenomen, vertegenwoordigt deze betrokkenheid een zeer klein deel van de publieke en politieke betrokkenheid bij klimaatverandering. In de media, de wetenschap, de overheid en het bedrijfsleven wordt de klimaatverandering zodanig vormgegeven dat de gezondheidsdimensie ervan grotendeels wordt genegeerd. Zo blijkt uit analyses van nationale kranten en wetenschappelijke tijdschriften dat minder dan 5% van de dekking van artikelen over klimaatverandering betrekking heeft op gezondheid. Analyse van het intergouvernementele forum van de UNGD suggereert dat klimaatverandering en gezondheid grotendeels los van elkaar staan en dat er veel minder aandacht aan wordt besteed als onderling samenhangend geheel van verschijnselen. Ook een groot deel van de bedrijven binnen de UNGC verwijst in hun jaarverslagen afzonderlijk naar gezondheid en klimaatverandering, maar slechts een kleine minderheid legt een verband tussen gezondheid en klimaatverandering.
Samen wijzen deze conclusies op een toenemende betrokkenheid bij de gezondheidseffecten van klimaatverandering en de uitdaging om gezondheid centraal te stellen in de klimaatactie.