Indicator 2.1: Nationale aanpassingsplannen voor de gezondheid

Hoofdconclusiein 2015 meldden 30 van de 40 landen die hebben gereageerd op het WHO klimaat- en gezondheid landenonderzoek dat zij nationale strategieën of plannen voor aanpassing van de gezondheid hebben goedgekeurd door hun respectieve gezondheidsautoriteiten.

Deze indicator volgt de beleidsinzet van de nationale regeringen op het gebied van de aanpassing van de gezondheid aan de klimaatverandering. Herziene gegevens, gebaseerd op de tweejaarlijkse WHO Klimaat- en Gezondheid landenenquête, zullen worden gepresenteerd in het Lancet Countdown rapport van 2019. In de tussentijd wordt een kwalitatieve analyse van 16 nationale strategieën en plannen voor aanpassing van de gezondheid gepresenteerd. Aangezien de meest actuele en beschikbare landenstrategieën en -plannen voor deze evaluatie werden verzameld, is het mogelijk dat de opgenomen documenten niet precies overeenkomen met de resultaten van de enquête van 2015. [2] Een volledige beschrijving van de in deze kwalitatieve beoordeling gebruikte methoden is te vinden in de bijlage.

Van de 16 nationale strategieën of plannen voor aanpassing van de gezondheid die werden beoordeeld, werden er slechts zes geïdentificeerd als de formele gezondheidscomponent van een nationaal aanpassingsplan (NAP) van het UNFCCC proces, aangeduid als een H-NAP. [46] Het doel van een nationale strategie of plan voor de aanpassing van de gezondheid moet zijn de veerkracht van het bestaande gezondheidsstelsel te vergroten. Het is bemoedigend dat driekwart van de landen (12 van de 16) institutionele regelingen hebben getroffen om de planning van de aanpassing aan de klimaatverandering te integreren in de bestaande planningsprocessen op gezondheidsgebied. Bijna alle landen (15 van de 16) hebben in de nationale strategie of het nationale plan voor de aanpassing aan de klimaatverandering prioriteit gegeven aan hun meest cruciale klimaatgevoelige gezondheidsresultaten. Door water, voedsel en vectoren overgebrachte ziekten waren de meest als klimaatgevoelig beschouwde gezondheidsresultaten, gevolgd door directe verwondingen en sterfgevallen als gevolg van extreme weersomstandigheden (figuur 11). 
Bijnatwee derde van de landen (10 van de 16) schetsten aanpassingsmaatregelen om specifieke gezondheidseffecten aan te pakken, met name voor geïntegreerde risicobewaking, vroegtijdige waarschuwing engezondheidsprogramma's met klimaatinformatie. Toch werden minder concrete maatregelen voorgesteld voor geestelijke gezondheid, niet-overdraagbare ziekten, ademhalingsziekten en hittestress. De meeste landen (12 van de 16) hebben een monitoring- en evaluatieproces voor de uitvoering van hun strategie of plan gedetailleerd uiteengezet, waarbij tien van deze landen specifieke indicatoren voor elke aanpassingsactiviteit voorstellen.